Gevolgen van de Omgevingswet voor de Kernregistratie

Gevolgen van de Omgevingswet voor de Kernregistratie

De Kernregistratie is dé basisregistratie voor de Gelderse en Overijsselse omgevingsdiensten. In dit gegevensmodel leggen de omgevingsdiensten vast welke gegevens de omgevingsdiensten minimaal van ieder object, iedere zaak en ieder document vastleggen. Op deze manier kunnen we goed gegevens met elkaar uitwisselen én uitwisselen met landelijke voorzieningen. Denk aan Inspectieview milieu én het toekomstige Register Externe Veiligheid. Alle informatie is vastgelegd en de omgevingsdiensten hebben deze gegevens zo goed mogelijk bijgehouden volgens de definities uit de Kernregistratie. De Omgevingswet heeft echter een aantal gevolgen voor de Kernregistratie. Deze zijn de afgelopen periode in beeld gebracht en worden momenteel doorgevoerd.  

Wijzigingen door omgevingswet
Enkele wijzigingen van de Kernregistraties als gevolg van de Omgevingswet zijn:

  • Het begrip ‘inrichting’ staat minder centraal.
    In de wet komt het begrip ‘inrichting’ te vervallen; de milieubelastende activiteiten staan centraal. Een inrichting noemen we een ‘VTH-object’. Hierin worden per domein (milieu, energie, bodem, etc.) specifieke objecteigenschappen toegevoegd.
  • De SBI-code en VNG-risicocategorie worden minder van belang.
    De publicatie ‘Bedrijven en milieuzonering’ wordt niet meer gehanteerd onder de Omgevingswet. In plaats daarvan is een milieuzonering nieuwe stijl opgesteld. Gegevens over SBI-codes en VNG-risicocategorieën blijven we bijhouden, omdat ze relevant zijn voor bestaande bestemmingsplannen.
  • Milieubelastende activiteiten uit het Besluit Omgevingsrecht (BOR) worden vervangen en uitgebreid door activiteiten uit het Besluit Activiteiten Leefomgeving (BAL).
    Voor ieder object met milieudomein wordt het verplicht om minimaal één milieubelastende activiteit aan te leveren.
  • In het BAL wordt niet meer uitgegaan van A, B en C inrichtingen, maar van meldings- en vergunningsplichtige activiteiten.
    In het gegevensmodel wordt uitgegaan van de nieuwe typeringen: complex, vergunningsplicht, meldingsplicht, informatieplicht, geen plicht. In Gelderland gebruiken we de term ‘complex’ voor inrichtingen waarover afspraken op stelselniveau zijn gemaakt. Daarom wordt de huidige term ‘complex’ in Gelderland vervangen door ‘stelsel-object’.
  • De zaaktypencatalogus die onder de Omgevingswet in ontwikkeling is, benoemt een aantal zaaktypen, zaakstatussen, zaakresultaten, zaakeigenschappen en besluittypes anders dan nu in de Gelders Zaaktypencatalogus (GZTC).
    De benamingen en definities worden allemaal overgenomen. Daarmee nemen we afscheid van de GZTC. De landelijke zaaktypencatalogus wordt leidend, waarbij de omgevingsdiensten een aantal verbijzonderingen kunnen aanleveren aan I-GO.

En nu?
Bovenstaande wijzigingen liggen voor bij de Informatiemanagers om de impact per omgevingsdienst te bepalen. Daarna vindt besluitvorming hierover plaats. Door de aanpassingen is de Kernregistratie conform de Gemma Bedrijfsprocessen Omgevingswet, Landelijke Zaaktypecatalogus Omgevingswet, Informatiemodel Inspectieview en het Informatiemodel Basis en Kerngegevens. Naast deze landelijke modellen bevat de Kernregistratie een aantal gegevens (zaaktypen) en VTH-object eigenschappen die de Gelderse en Overijsselse omgevingsdiensten van belang vinden. Daarmee beschikken we over een gegevensmodel dat volledig volgens de landelijke uitgangspunten is én aansluit op de eigen behoefte van de omgevingsdiensten en haar opdrachtgevers.